Dit delen:

" />
Back to home
in Shetlandpony's

De Kat in Kattendijke

  • 8 mei 2024
  • By leontien
  • 0 Comments
De Kat in Kattendijke

De kat in Kattendijke 

Het dorp

Er was eens, lang geleden, een bejaard echtpaar dat zijn intrek nam in een huisje gelegen tussen Goes en Wemeldinge. Man en vrouw lieten er vanaf dag één geen twijfel over bestaan: ze hielden van katten. Ze bewerkten hun heg tot die enigszins op hun favoriete dier leek (met een beetje fantasie, want het bleek makkelijker in hun dromen dan in de praktijk). Er verschenen tientallen kattenbeelden in hun tuin, variërend van formaatje kippenei tot de grootte van een Mini Cooper. En daar bleef het niet bij… Lapjeskatten, gecyperde dames en heren, zwarte en witte minitijgers; ze vonden allemaal hun weg naar de woning van meneer en mevrouw Schietdekatte (what’s in name?). Wanneer mensen in Goes vroegen hoe ze in Wemeldinge moesten komen, werd hun uitgelegd dat ze de dijk moesten volgen en na ‘die kattendijk’ moesten ze nog een kilometer of vijf rechtdoor.   
Lang verhaal kort: zo ontstond dus de naam Kattendijk. De ‘e’ ontbrak er op dat moment nog aan, maar er was een overvloed aan ‘e’s’ dus die kreeg het dorp er gratis bij, net zoals ’s Heer Arendskerk en Wissenkerk die donatie ontvingen. Uiteraard verzin ik dit alles ter plekke, maar het had best gekund. Toch?   

De gedecoreerde kat

Het aantal gedecoreerde houten poezen dat vorig jaar verscheen in ons dorp leek mij bewijs dat katten hier over het algemeen best graag gezien worden. Waarom dan geen stukje schrijven over onze medebewoners?  Ook al omdat ik het dan eens lekker lang over mijn kleine eigenwijsje kan hebben. Hier volgt Het Verhaal Van Lexi. 

Van Groningen naar Kattendijke

In december 2020 moest ik Tom, mijn rode kat, in laten slapen. Hij werd net geen 19 jaar oud. Het jaar daarvoor moest ik al afscheid nemen van zowel zijn adoptief zusje als mijn hond. Alle drie hadden ze een mooie leeftijd bereikt, maar daar had mijn gevoel totaal geen boodschap aan. Ik had ze nog veel langer bij me willen houden en dat proces van ziekte, in laten slapen en ze missen… dat blijft er enorm inhakken bij mij, ondanks het feit dat ik het al zo vaak meegemaakt heb. Ik wist even niet meer of ik dat traject nog wel in wilde.  Aan de andere kant: als je altijd katten en honden (plus jarenlang paarden/pony’s) gehad hebt, is het opeens akelig stil zonder hen. Twijfel, twijfel.
Een vriendin bracht de website van ‘Verhuisdieren’ onder mijn aandacht. ‘Daar staan ook oproepen op van mensen die tijdelijk particuliere opvang zoeken voor hun dieren, omdat ze bijvoorbeeld op reis gaan of naar het ziekenhuis moeten. Als je zo’n dier in huis neemt, help je die mensen èn hun dieren, dus je bent goed bezig. En daarna kan je altijd nog zien wat je wilt’.  
‘Ik kan best even kijken’, vond ik. Op vrijdagavond laat. Dus hup, naar de website. De eerste foto die ik zag was meteen een voltreffer. ‘Aaaah, die is leuk!! Die wil ik!’ Lexi, want zo heette het model op de foto, woonde in Groningen. Natuurlijk lekker dichtbij. En routes gaan bij mij, ondanks Google Maps, vaak niet ‘Van A naar B(eter)’ maar ‘Van A naar B(eter) via C en eventueel ook D’. Zodat ik weleens verbaasd aangekeken wordt door een opmerkzame hondenuitlater die me in een paar minuten tijd minstens twee keer voorbij ziet komen. Heen en terug. Maar dat was van later zorg en bovendien kwam mijn hond ook uit die buurt (dierenasiel Stadskanaal) en een beter hondje had ik niet kunnen vinden. Dus.   

Ik nam niet eens meer de moeite om andere potentiële logees te gaan bekijken. Op zaterdagochtend (vroeg) hing ik al aan de telefoon voor meer informatie. Haar eigenaren bleken IJsbrand en Nadja te heten. Beiden waren net afgestudeerd en ze waren van plan drie maanden door Europa te gaan toeren. Ze hadden daartoe zelf hun bus omgebouwd tot camper. Ze klonken als een dynamisch, vlot stel. Ondanks het feit dat ze vlak na mijn telefoontje opnieuw gebeld werden door geïnteresseerden uit Groningen, werden hun plannen om Lex naar Kattendijke te brengen(!) al vrij snel concreet. Misschien speelde naast mijn flitsende persoonlijkheid (Ha. Ha.) ook in mijn voordeel dat ik best vaak thuis ben en het beestje dus niet opeens helemaal zonder begeleiding in een nieuwe omgeving terecht zou komen.  

De zon scheen toen ze haar kwamen brengen (zulke dagen had je toen nog). Met hun bus, die ze in die paar uur tijd globaal een beetje uit konden testen. Bijkomend voordeel was dat ze in die bus heel wat meer ruimte hadden dan in een personenauto, zo bleek later. Maar nu loop ik op de zaken vooruit.  

De noorderlingen stapten uit de bus. Ze waren precies zoals ik ze me had voorgesteld: leuke mensen, knap stel. ‘Wat een gezellig straatje!’ riep Nadja meteen, om zich heen kijkend. In ons telefoongesprek had ze verteld dat ze zelf aan een vrij drukke weg woonden ‘maar Lex is gelukkig heel voorzichtig’. Na even wat buitenlucht gesnoven te hebben, droeg IJsbrand Lexi mijn huis in. Het Koninginnetje Zelf zat kalmpjes achterin een grote, mooie reismand haar nieuwe omgeving te observeren.  Het was wel even spannend, want uiteindelijk waren de Groningers en ik volslagen vreemden voor elkaar. Zij moesten er maar op vertrouwen dat ik goed voor hun Lex zou zorgen en ik, van mijn kant, kon er alleen maar op hopen dat het beestje inderdaad zo leuk was als ze door hen was omschreven. Wie weet had ik een kleine draak in huis gehaald, die hier de hele kattenwereld eens even stevig op zijn kop zou gaan zetten… 
Het deurtje van de mand ging open. Twee enorme ogen met natuurlijke zwarte eyeliner bezagen de situatie. Vervolgens stapte ze bedaard twee passen de kamer in (‘Wat is ze klein!!’) en legde zich neer onder de tafel. Dat was dat. Niks drama. Slapen.   

een uur na aankomst in Kattendijke: slapen!

IJsbrand en Nadja dronken wat en vroegen of ze hier in de buurt misschien ergens even uit konden waaien voor ze retour Groningen gingen.  Ik verwees hen naar de Oosterschelde, want ik kon me niet voorstellen dat ze zin hadden in nog een extra uur reistijd. ‘We halen nog even wat spullen uit de bus en dan gaan we weer’, zei IJsbrand.  

‘Even wat spullen’ zei hij. Nou, daar gaat ie. Achtereenvolgens kwamen voorbij:   

Twee mooie dekens (want daar sliep ze ‘thuis’ weleens op);
Een klein buisje met kattenkruit;
Een speelgoedmuis met kattenkruit in de buik;
Een speelgoedmuis zonder kattenkruit in de buik;
Haar chipdocument;
Een gloednieuwe, grote kattenbak met geïntegreerd schepje;
Een gloednieuwe, grote reismand;
Een keurige kleine reismand;
Een speelgoedmuis aan een hengeltje;
Een handschoen waarmee ze ‘gekamd’ kon worden;
Voor drie maanden dieetvoer (‘en als het op is bestellen we het voor je’);
Het bakje waaruit ze altijd at;
Een glazen vaasje waar haar drinkwater in moest;
Een kleedje voor onder haar bakje met eten (‘want ze eet nogal rommelig’). 

Ik zat het hele gebeuren bijna met ontroering te bekijken. Het was duidelijk: van dat beestje werd gehouden. ‘En als ze naar de dierenarts moet of iets: gewoon dóen hè? De rekening kan naar ons’.  

Ik zwaaide hen uit. Mijn logeetje deed nog steeds of ze sliep, dus ik vermoedde dat ze wel even alleen wilde zijn. Dan maar naar buiten, onkruid wegwerken. Er stond genoeg.  

Na een paar dagen had Lexi het huis wel bekeken; ze wilde naar buiten! Mijn andere katten had ik altijd eerst een paar weken binnengehouden, maar was dat bij haar eigenlijk wel nodig? Nadja zei van niet (‘ze blijft altijd wel dicht bij je’), IJsbrand vond van wel (‘ze weet nog niet waar haar huis is’). Het was nog steeds mooi weer, Lexi leek me nu al te vertrouwen en in de achtertuin zou het geen kwaad kunnen, dacht ik. Ze vond het geweldig. Zon en gras! Natuurlijk was al dat nieuwe wel een beetje eng, maar zoals Nadja al gezegd had, kwam ze meteen naar me toe wanneer ik haar riep. Mijn andere katten deden dat ook wel, maar hun reactiesnelheid kon een minuut of een paar uur bedragen. Of nog langer. Dan ontdekte ik ze zelf ergens onder een struikje, waar ze me met half dichtgeknepen ogen aankeken met iets van: ‘Ja, nou, ik hoorde je wel hoor. Maar ik kon toch zeker niet weten dat je mij bedoelde?’ Lex luisterde ècht. Meteen.  

‘Riep jij mij?

De actieradius van Lexi werd al snel groter. ‘Ze wandelt graag met je mee’, hadden ze me verteld en dat bleek een understatement. Als ze de omgeving met me ging verkennen, liep ze niet, ze huppelde. De lol straalde er van kilometers ver vanaf. Favoriete plaats voor haar werd het geitenweitje van Lejo en Laura. Daar waren ook kikkers, die ze regelmatig met veel geduld lag te bekijken.
Haar verstandhouding met de vijftien kippen die mijn tuin dagelijks aandeden, bleef onduidelijk: aanvankelijk vond Lex het erg lollig ze op te jagen, maar sommige exemplaren pluimvee vonden het net zo grappig tegen haar te schreeuwen. En dan wist ze ‘t niet meer. 

bij de vijver van Henk en Joke

IJsbrand en Nadja, ondertussen, waren al vele kilometers onderweg, genietend van hun vrijheid. Al klonk wel door in de berichtjes van Nadja dat ze Lex best miste. De maanden verstreken. Ik probeerde te onthouden dat Lexi weer terug zou gaan naar Groningen, maar dat mislukte weleens. En tja, uiteindelijk waren haar eigenaren terug in Nederland. Maar: ‘We hebben ons huis opgezegd voor we vertrokken en nu moeten we een tijdje inwonen bij vrienden. Bovendien zijn we allebei op zoek naar een baan en we hebben geen idee waar we uiteindelijk terecht gaan komen.  Kan ze nog wat langer bij jou blijven?’ Jazeker wel.  

zon en warm gras!!

Het eigenwijsje maakte kennis met nog meer buurtgenoten. Honden deugden per definitie niet in haar ogen. Vanaf veilige afstand werd daar hartgrondig tegen gegromd. Van soortgenoten was ze eigenlijk ook niet gediend. Luka, de rooie boskat van Mieke, deed op beleefde wijze erg zijn best vriendjes met haar te worden. Hij had zich de moeite kunnen besparen. Beste bedoelingen of niet, hij was wel drie keer zo groot als Lexi en daarmee waren zijn kansen al verkeken. Lex vond haar “speelgoedjes” veel leuker: muizen. Ze werden mij, tot mijn enorme vreugde, met veel trots in zowel de woon- als in de slaapkamer aangeboden. Zodra ze ze (meestal springlevend) afgeleverd had, vond ze ‘t verder wel best; dan ging ze iets anders doen. Slapen ofzo. Plicht vervuld.  

En toen vond Nadja een baan. IJsbrand ook, beiden in no time eigenlijk. Ik kreeg een heel voorzichtig geformuleerd appje of ik misschien zou willen overwegen Lexi hier te houden. Het mooie ervan was dat Lexi’s baasjes helemaal uitgingen van wat ze het beste voor Lex vonden en niet van wat ze zelf hadden gewild. Beiden misten haar enorm. ‘Maar ze is nu thuis bij jou en ze heeft het zo naar haar zin’.  

Kortom(?): Lexi is in Kattendijke gebleven. Mocht u haar door de straat zien huppelen, kijk maar eens goed en indien in de auto, neem wat gas terug. Because she’s worth it! 

By leontien, 8 mei 2024
Advertentie:
Advertentie:
Adverteren
Uw/jouw advertentie hier? Vraag naar de mogelijkheden!
Hoi!
Leuk dat je naar mijn blog kijkt!